top of page

Why Work? Werken werkt niet.

Cedric Muchall schreef dit opiniestuk voor NRClive. Op dinsdagavond 29 oktober deelde hij zijn visie en expertise tijdens Future of Work - de avondserie van NRClive


‘Dag schat! Ik ga naar mijn werk, love you!’ Het is een lief begin van de dag, maar ik struikel toch ergens over. Het is een alledaags woord dat niet opvalt, maar ons meer tegenwerkt dan we denken. Het werkwoord ‘werken’ werkt niet meer. De oplossing? Schrap ‘werken’ uit het woordenboek.


Hoe vaak zeg jij “Ik moet werken!”? Waarschijnlijk vaker dan je denkt. Het woord moeten impliceert dat je niet vrij bent om te gaan en staan waar je wilt. Hoe vaak zou die zin in Nederland worden uitgesproken? Zeker duizend keer per dag. Tel er de 8,9 miljoen Nederlanders die werken en ’s ochtends het huis uitlopen al roepend “Ik ga naar mijn werk” bij op en je haalt wellicht de miljoen. Het tegenovergestelde van werken benadrukken we ook vaak genoeg. “Sorry, dan heb ik mijn vrije dag” of “Nee, dan ben ik vrij” – we zeggen het geregeld. Ben je dan niet altijd vrij? Als we werken als een moeten zien en een dag niet werken als vrij, hoe verklaren we dan het woord vrijwilligerswerk? Zegt iemand die vrijwilligerswerk doet ook dat hij of zij naar werk gaat? Nee, vaak niet. We zien vrijwilligerswerk vrijwel altijd als iets dat je onbetaald doet. Voor werk krijg je geld. Zodra er geld in het spel is, is de vrijwilligheid er dus vanaf? Nee.


Met geld koop je geen tijd

Gelukkig zijn er genoeg mensen die blij zijn met hun werk en het niet als een verplichting zien. Geld is niet de belangrijkste drijfveer van mensen om te werken, het is de uitdaging die mensen drijft. Als je met een uitdagende puzzel bezig bent zeg je ook niet: ‘Ik ben aan het werk’. Als jij wel ‘moet werken’ en je onvrij voelt, ga dan iets anders doen of vecht je onvrijheden aan. Met geld koop je wel spullen, maar geen tijd. Het zou zonde zijn als je je tijd verdoet in ruil voor geld.

“Als jij ‘moet werken’ en je onvrij voelt, ga dan iets anders doen of vecht je onvrijheden aan.”

Laten we het spreekwoordelijke beestje voortaan bij de naam noemen: puzzelen is puzzelen, schilderen is schilderen, schrijven is schrijven, dansen is dansen en zingen is zingen. Opvallend genoeg zeggen mensen met creatieve beroepen minder snel dat ze moeten of gaan werken. Gebruikelijker is het om de daadwerkelijke activiteit te benoemen. Een teamsporter die vaak wissel staat, zegt zelfs ‘Ik mag spelen’ als zijn of haar naam op het bord is geschreven. Mag versus moet en spelen versus werken. Wat als je een managementfunctie bij een verzekeringskantoor hebt? Dan is het lastiger te duiden: ‘Ik ga managen’ klinkt niet, dus wat blijft er over? Juist: werk. Bedenk waarvoor je het ook alweer doet. Stel jezelf de vraag: ‘Why work?’


Lijden of leiden?

Het antwoord daarop is jouw nieuwe werkwoord. Verpleger? Zorgen. Chauffeur? Rijden. Manager? Lij..eh… leiden. Bijkomend voordeel: we worden er authentieker van. Het vinden van de perfecte werk/privé-balans is voor altijd opgelost door alles als privé-tijd te zien. Praat liever over betaalde tijd en onbetaalde tijd. Je neemt direct afscheid van het spelen van een rol buiten degene die je privé bent, omdat er niets anders meer is dan vrije tijd. Ik snap dat je hunkert naar je pensioenleeftijd als je 40 jaar lang een rol speelt en acteert. Laat dat maar aan de geschoolde acteurs over, die zeggen: “Ik ga spelen vanavond”.

“Leef je om te werken of werk je om te leven?”

Leef je om te werken of werk je om te leven? Gekke vraag. Voor altijd opstaan met natte sokken aan je voeten of de rest van je leven naar spruitjes stinken? Ook een gekke vraag. Ongeacht mijn antwoord: ik leef, ik doe en ik ga met vroegpensioen. Ik stop vandaag, op mijn zevenendertigste, met werken. En mijn vraag aan jou: doe je met me mee? Dan zijn we samen voor onbepaalde tijd (on)betaald vrij.

bottom of page