top of page

FOTI - Fear of Total Irrelevance

Je kent de term FOMO wel. The fear of missing out. Het is de reden dat je veel op social media zit, omdat je niets wilt missen. De reden dat je meerdere keren per uur je telefoon uit je broekzak trekt. Je wilt niet onbereikbaar zijn. Vroeger wist je niet beter dat je zonder telefoon de deur uit ging, tegenwoordig is het het nieuwe bijzonder. Op verjaardagen vertellen mensen elkaar trots dat ze Facebook van hun telefoon hebben verwijderd. Maar ze verklappen daarbij niet dat ze Instagram wel hebben behouden en iedere avond standaard United Wardrobe of de nieuwe vlogs van Piet en Truus op Youtube checken. Want FOMO staat ook voor de angst om relevante content te missen. Intelligente content of niet, het woord ‘relevant’ is een relatief begrip.


Er is nog een angst die het internetgedrag van jou en mij enorm beïnvloedt, en meer nog dan alleen dat. FOTI: fear of total irrelevance. Mijn stelling is dat net zoveel mensen leiden aan FOTI als aan FOMO. Om dezelfde reden: het kunnen beantwoorden van de vraag ‘waarom leef ik anders?’ Veel mensen hangen hun mate van relevantie op aan het werk dat ze doen of de functietitel die ze dragen, terwijl de werkelijke afhankelijkheid van jouw persoon zich vooral in de privé sfeer afspeelt. 


Het was maart 2019 toen ik voor de derde keer dat nog prille jaar ziek was. De derde(!) keer maar liefst, terwijl ik normaal maar een keer per jaar goed ziek word. Ik schaamde me ervoor, was boos op mezelf en wilde er niet aan. In een halfslachtige poging om toch maar door te werken sprak Lennard me boos toe. Het was een maandag en hij vermaande me de rest van de week uit te zieken. Volgens hem lag de oorzaak van mijn derde keer griep in het feit dat ik de eerste twee keer niet goed had uitgeziekt. 


Well then: hij nam mijn afspraken over en waar het niet lukte werden ze verzet. Er bleken tot en met donderdag twee echt belangrijke afspraken te in mijn agenda te staan en de rest was een verzameling van ‘dingetjes’. De maandag tot en met donderdag lag ik eigenlijk met gemak op mijn bed en ben ik totaal niet gemist. Ik lag vanuit mijn FOMO mijn mail te checken, maar daar kwam niet veel op binnen. Ik checkte ieder kwartier mijn LinkedIn: best veel activiteit, maar niet veel inhoudelijke DM’s. Lennard had het onder controle en hij belde me ook niet of nauwelijks. Iedereen kon het prima zonder me. Ook bij Keytoe waar ik ooit zo nodig was liep alles op rolletjes en vroeg geen van de tientallen collega’s me een keer om hulp in die vier dagen.


Ik voelde me iedere ochtend dat ik wakker werd: klote. Ik weet dat het een droom is van veel ondernemers om je onmisbaar te maken. Nog meer ondernemers dromen ervan om collega’s te hebben die verantwoordelijkheid nemen en proactief zijn. Ik ook, maar op het moment dat niemand me nodig had, voelde ik me ‘zo verdomd alleen’. FOTI is ook precies de reden dat veel ondernemers en managers wel zéggen dat ze zich overbodig willen maken, maar het in werkelijkheid niet doen. Wat gaan we hieraan doen lieve mensen?

Enerzijds heb je de fear of missing out, die is gebaseerd op de informatie van anderen. Anderzijds wil je zelf ook graag relevant gevonden en ‘gehoord’ worden. Daarom post je ook nog eens dingen op social media of via Whatsapp. Ons dopamine-systeem maakt ons verslaafd aan elkaars (ir)relevante content. Ook deze content die je nu leest is eigenlijk totaal irrelevant.


Als je iets écht nuttigs wilt zien, zoek dan op de titel ‘Bullshit Jobs - Tegenlicht’. Dat gaat over de vraag: ‘Wat voeg je echt toe?’ Als uit het antwoord blijkt dat het niks is, dan praat je het recht voor jezelf. En als niet naar jezelf, dan sowieso naar anderen. Zelden zegt iemand: ‘Ik ben met bullshit bezig’. Zelden maken individuen zichzelf of een volledige afdeling overbodig in het belang van de organisatie. Toch eigenbelang eerst. Je zoekt wellicht naar iets nieuws, maar zelden geef je gewoon je baan op. Wij maken het in ons werk vaak mee met managers die letterlijk de vraag stellen: ‘Maar heb ik mijn baan dan nog straks?’ 

Als het aan ons ligt niet, maar dat zeggen we er niet altijd bij. Te weinig mensen zeggen op hun werk als ze onbelangrijk werk doen: ‘Dit slaat helemaal nergens op, dit is totaal onbelangrijk wat ik aan het doen ben!’


Te weinig mensen zeggen in hun bed tegen hun partner: ‘Dit slaat helemaal nergens op, dit is totaal onbelangrijk wat ik nu lees (of kijk)!’


Laat ik het voorbeeld geven om 22:20uur op een dinsdagavond: ‘Dit slaat helemaal nergens op, dit is totaal onbelangrijk wat ik nu aan het doen ben!’


Waarschijnlijk zet ik straks gewoon Netflix aan in plaats van te praten met mijn vrouw. Zo goed als zeker gaat mijn FOMO gewoon zijn werk doen. De FOTI heeft het in de afgelopen 52 minuten in ieder geval van mij gewonnen. Genoeg dus. Ik ben voor één keer sterker. John Mayer zingt in mijn oren: ‘I guess I just feel like, nobody's honest, nobody's true, everyone’s lying, to make it on through, I guess I just feel like, I’m the same way too.’


Ik klap mijn laptop dicht, precies op het moment dat jij jouw telefoon uitzet. En toen werd het stil voor mijn ogen. John Mayer klinkt nog door: 'I think I remember, The dream that I had, That love's gonna save us, From a world that's gone mad, I guess I just feel like: What happened to that?'

bottom of page